Een gedeelde printer installeren op een Windows-server
In dit onderdeel worden de instellingen beschreven voor afdrukken vanaf een computer naar een gedeelde printer onder Windows NT 4.0, Windows 2000/XP of Windows Server 2003.
De printer, de poort, en het drivertype worden geselecteerd en er wordt één printer tegelijk toegevoegd.
Terug naar de startpagina voor de driverinstallatie
Vóór de installatie
Controleer het volgende voordat u met de installatie begint:
Controleer of de vereiste netwerkomgeving voor het toevoegen van de printer aan de geselecteerde computer is geconfigureerd.
De netwerkomgeving behoort er als volgt uit te zien:
- Besturingssysteem: Windows 95/98/98SE/Me
- Serviceclient: Client voor Windows-netwerken
- Protocol: TCP/IP, NetBEUI
- Besturingssysteem: Windows NT 4.0
- Serviceclient: NetBIOS-interface
- Protocol: TCP/IP, NetBEUI
- Besturingssysteem: Windows 2000
- Serviceclient: Bestands- en printerdeling voor Microsoft-netwerken, Client voor Microsoft-netwerken
- Protocol: Internet-protocol (TCP/IP), NetBEUI-protocol
- Besturingssysteem: Windows XP, Windows Server 2003
- Serviceclient: Bestands- en printerdeling voor Microsoft-netwerken, Client voor Microsoft-netwerken
- Protocol: Internet-protocol (TCP/IP)
- Opmerking
-
- Controleer het volgende voordat u het TCP/IP-protocol gebruikt:
- Windows NT 4.0:
- Controleer of het TCP/IP-protocol en "Microsoft TCP/IP Printing" zijn geïnstalleerd op de geselecteerde computer. Als dat niet het geval is, raadpleeg dan de klantdocumentatie voor Windows NT 4.0 en installeer deze.
- Windows 2000/XP of Windows Server 2003:
- Controleer of het Internet-protocol (TCP/IP) reeds is geïnstalleerd. Als dat niet het geval is, raadpleeg dan de klantdocumentatie voor Windows 2000/XP of Windows Server 2003 en installeer het.
- Als u NetBEUI als overdrachtsprotocol gebruikt, controleer dan of het NetBEUI-protocol reeds is geïnstalleerd op de geselecteerde computer. Als dat niet het geval is, raadpleeg dan de klantdocumentatie voor het betreffende besturingssysteem en installeer het.
Neem contact op met uw beheerder om het volgende te bevestigen:
- b. Het IP-adres is gespecificeerd voor de doelprinter
- b. De naam van de gedeelde printer en de computernaam van de server met de gedeelde printer
- b. De naam van de gedeelde printer voor de doelprinter
- Opmerking
-
- Het automatisch zoeken zal niet plaatsvinden voor printers die niet voldoen aan de voorwaarden a en b.
- Als voorwaarde c niet bekend is, kan de doelprinter niet worden gespecificeerd wanneer meer dan één printer van hetzelfde type worden gevonden.
Terug naar boven
Een gedeelde printer toevoegen
Start het driver-installatieprogramma van deze cd-rom en installeer een printer voor de computer.
Er zijn negen stappen.
1. Klik op [Printer-/faxdriver] in het tabblad [Algemeen] van het installatiemenu.
Het driver-installatieprogramma wordt geactiveerd en het scherm [Driver-installatieprogramma - Instelling] wordt weergegeven.
- Opmerking
- Afhankelijk van de omgeving kan er een bericht worden weergegeven waarin wordt gemeld dat het noodzakelijk is om het Y2K-patchprogramma te installeren als het besturingssysteem van de geselecteerde computer Windows 95 is. In dit geval kunt u ofwel het Y2K-patchprogramma van Microsoft ofwel een hogere versie dan versie 4 van Internet Explorer installeren.
2. Klik op [Keuze].
Het scherm [Driver-installatieprogramma - Verbindingsmethode selecteren] wordt weergegeven.
3. Selecteer [Gedeelde printer] en klik op [Volgende].
Het scherm [Gedeelde printer] wordt weergegeven.
4. Voer bij [Share-naam] de printernaam in met de volgende notatie "\\computernaam\naam gedeelde printer". Als alternatief kunt u op [Bladeren] klikken en een gedeelde printer selecteren in het weergegeven scherm. Klik daarna op [Volgende].
Het dialoogvenster voor het bevestigen van de installatie wordt weergegeven.
- Opmerking
- Als de opgegeven printer niet kon worden bevestigd, zal het scherm [Printerspecificatie] worden weergegeven.
Voer het IP-adres, de hostnaam of het IPX-adres in, selecteer "Xerox 4110" als model en klik op [Volgende]. Er zal een bevestigingsbericht worden weergegeven. Klik op [Ja].
5. Controleer de instellingen en klik op [Ja].
Het scherm met de licentieovereenkomst wordt weergegeven.
6. Lees de licentieovereenkomst en selecteer [Ja] als u ermee akkoord gaat. Klik vervolgens op [Installeren].
De installatie wordt gestart.
Een afbeelding van de printer, het printermodel en het printeradres worden weergegeven.
Nadat de installatie is voltooid, wordt het scherm [Installatie voltooid] weergegeven.
- Opmerking
- Als het bericht verschijnt dat er geen apparaatopties kunnen worden verkregen, zorg er dan voor dat deze na de installatie worden gespecificeerd. Klik in Windows achtereenvolgens op [Start] - [Instellingen] - [Printers] (voor Windows XP of Windows Server 2003: [Start] - [Printers en faxapparaten]) en open de eigenschappenpagina van de geïnstalleerde printer. Geef vervolgens de opties op in het tabblad [Printer].
Raadpleeg voor informatie over de opties de klantdocumentatie bij de printer.
7. Klik op [Testpagina afdrukken].
Er wordt een testpagina afgedrukt door de printer.
- Opmerking
-
- De printer die wordt geselecteerd, wordt de standaardprinter.
- U kunt de printernaam die in het scherm wordt weergegeven wijzigen door [Naam wijzigen] te selecteren (geldt niet voor Windows 95).
- Als er maar één printer wordt geselecteerd in de lijst met geïnstalleerde printers, kunt u de eigenschappen van deze printer controleren in het weergegeven scherm nadat [Eigenschappen] is geselecteerd.
- U kunt de installatie-informatie wijzigen door [Voorkeursinstellingen voor afdrukken] te selecteren en de eigenschappen te wijzigen.
- U kunt verdergaan met het installeren van andere printers door te klikken op [Opnieuw starten] om terug te keren naar het startscherm.
8. Klik op [Voltooien].
Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.
9. Klik op [Ja].
De installatie is voltooid.
Terug naar boven
Controleren of de printer is toegevoegd
Voer de volgende procedure uit om na te gaan of het printerpictogram is aangemaakt.
1. Selecteer [Start] - [Instellingen] en klik op [Printers]. (Voor Windows XP of Windows Server 2003: selecteer [Start] en klik op [Printers en faxapparaten].)
De map met printers wordt weergegeven. Controleer of het pictogram voor de opgegeven printer zich in de map bevindt.
Als alternatief kunt u ook de volgende methode gebruiken om te controleren:
1. Open [Configuratiescherm].
2. Dubbelklik op [Printers].
De map met printers wordt weergegeven. Controleer of het pictogram voor de opgegeven printer zich in de map bevindt.
Terug naar boven
Dit is het einde van de printervoorbereiding.
Terug naar de startpagina voor de driverinstallatie