Installeren via een bestaande poort
In dit onderdeel worden de instellingen beschreven voor afdrukken vanaf een computer naar een netwerkprinter die is aangesloten via een bestaande poort.
Terug naar de startpagina voor de driverinstallatie
Een printer toevoegen via een bestaande poort
Start het driver-installatieprogramma van deze cd-rom en installeer een printer voor de computer.
Er zijn acht stappen.
1. Klik op [Printer-/faxdriver] in het tabblad [Algemeen] van het installatiemenu.
Het driver-installatieprogramma wordt geactiveerd en het scherm [Driver-installatieprogramma - Instelling] wordt weergegeven.
- Opmerking
- Afhankelijk van de omgeving kan er een bericht worden weergegeven waarin wordt gemeld dat het noodzakelijk is om het Y2K-patchprogramma te installeren als het besturingssysteem van de geselecteerde computer Windows 95 is. In dit geval kunt u ofwel het Y2K-patchprogramma van Microsoft ofwel een hogere versie dan versie 4 van Internet Explorer installeren.
2. Klik op [Keuze].
Het scherm [Driver-installatieprogramma - Verbindingsmethode selecteren] wordt weergegeven.
3. Selecteer [Lokale printer] en klik op [Volgende].
Het scherm [Lokale printer] wordt weergegeven.
4. Selecteer een bestaande poort bij [Poort] en "Xerox 4110" bij [Model]. Klik daarna op [Volgende].
Het scherm met de licentieovereenkomst wordt weergegeven.
- Belangrijk
- Selecteer de volgende poorten niet :
- IP-adres (of hostnaam): PS
- IP-adres (of hostnaam): (emulatienaam)
5. Lees de licentieovereenkomst en selecteer [Ja] als u ermee akkoord gaat. Klik vervolgens op [Installeren].
De installatie wordt gestart.
Een afbeelding van de printer, het printermodel en het printeradres worden weergegeven.
Nadat de installatie is voltooid, wordt het scherm [Installatie voltooid] weergegeven.
6. Klik op [Testpagina afdrukken].
Er wordt een testpagina afgedrukt door de printer.
- Opmerking
-
- De printer die wordt geselecteerd, wordt de standaardprinter.
- Als er maar één printer wordt geselecteerd in de lijst met geïnstalleerde printers, wordt deze printer de gedeelde printer onder Windows NT 4.0, Windows 2000/XP of Windows Server 2003 als er op [Delen] wordt geklikt.
- U kunt de printernaam die in het scherm wordt weergegeven wijzigen door [Naam wijzigen] te selecteren (geldt niet voor Windows 95).
- Als er maar één printer wordt geselecteerd in de lijst met geïnstalleerde printers, kunt u de eigenschappen van deze printer controleren in het weergegeven scherm nadat [Eigenschappen] is geselecteerd.
- U kunt de installatie-informatie wijzigen door [Voorkeursinstellingen voor afdrukken] te selecteren en de eigenschappen te wijzigen.
- U kunt verdergaan met het installeren van andere printers door te klikken op [Opnieuw starten] om terug te keren naar het startscherm.
7. Klik op [Voltooien].
Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.
8. Klik op [Ja].
De installatie is voltooid.
Terug naar boven
Controleren of de printer is toegevoegd
Voer de volgende procedure uit om na te gaan of het printerpictogram is aangemaakt.
1. Selecteer [Start] - [Instellingen] en klik op [Printers]. (Voor Windows XP of Windows Server 2003: selecteer [Start] en klik op [Printers en faxapparaten].)
De map met printers wordt weergegeven. Controleer of het pictogram voor de opgegeven printer zich in de map bevindt.
Als alternatief kunt u ook de volgende methode gebruiken om te controleren:
1. Open [Configuratiescherm].
2. Dubbelklik op [Printers].
De map met printers wordt weergegeven. Controleer of het pictogram voor de opgegeven printer zich in de map bevindt.
Terug naar boven
Dit is het einde van de printervoorbereiding.
Terug naar de startpagina voor de driverinstallatie