De printer-/faxdriver bijwerken
In dit onderdeel wordt beschreven hoe de printerdriver die is geïnstalleerd op de computer kan worden bijgewerkt naar de meest recente driverversie.
De procedure is afhankelijk van de manier waarop het driver-installatieprogramma wordt opgestart.
Terug naar de startpagina voor de driverinstallatie
De driver bijwerken door het driver-installatieprogramma op te starten vanaf de cd-rom
Start het driver-installatieprogramma vanaf deze cd-rom en werk de printerdriver voor de computer bij.
Er zijn zeven stappen.
1. Klik op [Printer-/faxdriver] in het tabblad [Algemeen] van het installatiemenu.
Het driver-installatieprogramma wordt geactiveerd en het scherm [Driver-installatieprogramma - Instelling] wordt weergegeven.
- Opmerking
- Afhankelijk van de omgeving kan er een bericht worden weergegeven waarin wordt gemeld dat het noodzakelijk is om het Y2K-patchprogramma te installeren als het besturingssysteem van de geselecteerde computer Windows 95 is. In dit geval kunt u ofwel het Y2K-patchprogramma van Microsoft ofwel een hogere versie dan versie 4 van Internet Explorer installeren.
2. Klik op [Printerdriver bijwerken].
Het scherm [Printer selecteren voor bijwerken driver] wordt weergegeven.
3. Selecteer de printer waarvan u de driver wilt bijwerken in de lijst en klik op [Volgende].
Het scherm met de licentieovereenkomst wordt weergegeven.
4. Lees de overeenkomst door en selecteer [Ja] als u ermee akkoord gaat. Klik vervolgens op [Installeren].
De installatie wordt gestart.
Een afbeelding van de printer, het printermodel en het printeradres worden weergegeven.
Nadat de installatie is voltooid, wordt het scherm [Installatie voltooid] weergegeven.
5. Klik op [Testpagina afdrukken].
Er wordt een testpagina afgedrukt door de printer.
- Opmerking
-
- De printer die wordt geselecteerd, wordt de standaardprinter.
- Als er maar één printer wordt geselecteerd in de lijst met geïnstalleerde printers, wordt deze printer de gedeelde printer onder Windows NT 4.0, Windows 2000/XP of Windows Server 2003 als er op [Delen] wordt geklikt.
- U kunt de printernaam die in het scherm wordt weergegeven wijzigen door [Naam wijzigen] te selecteren (geldt niet voor Windows 95).
- Als er maar één printer wordt geselecteerd in de lijst met geïnstalleerde printers, kunt u de eigenschappen van deze printer controleren in het weergegeven scherm nadat [Eigenschappen] is geselecteerd.
- U kunt de installatie-informatie wijzigen door [Voorkeursinstellingen voor afdrukken] te selecteren en de eigenschappen te wijzigen.
- U kunt verdergaan met het installeren van andere printers door te klikken op [Opnieuw starten] om terug te keren naar het startscherm.
6. Klik op [Voltooien].
Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.
7. Klik op [Ja].
De installatie is voltooid.
Terug naar boven
Dit is het einde van de printervoorbereiding.
Terug naar de startpagina voor de driverinstallatie