ContentsBridge Bridge Utility is een hulpprogramma voor het afdrukken van PDF-, TIFF-, JPEG- en XPS-files zonder de geïnstalleerde printerdriver te gebruiken. Afdrukken met dit hulpprogramma is eenvoudiger en directer in vergelijking met afdrukken via een printerdriver omdat de bestanden rechtstreeks kunnen worden afgedrukt.
In deze sectie wordt beschreven hoe ContentsBridge Utility moet worden geïnstalleerd en gebruikt.
OS die ContentsBridge Utility ondersteunen zijn:
De volgende applicaties moeten zijn geïnstalleerd voordat Word-, Excel- en Powerpoint-bestanden afgedrukt kunnen worden:
De afdrukbare bestandsindelingen voor ContentsBridge Utility zijn:
Bestandsindeling | extensie | bestandsindeling |
---|---|---|
gebaseerd op PDF 1.5/1.6 | ||
TIFF | .tif/.tiff | indeling: enkele pagina / multi pagina gecomprimeerde indeling: G4 / G3MH / G3MR / PackBits / geen compressie |
JPEG | .jpg/.jpeg | Ondersteunt JPEG-bestanden |
PostScript/PRN | .ps /.prn | Verstuur de gespecificeerde bestanden Geen toevoeging van PJL |
XPS | .xps | Ondersteunt XPS-documentbestanden |
Word | .doc/.docx | Word, Excel, of Powerpoint documenten kunnen worden afgedrukt door ze om te zetten naar XPS- of PDF-bestanden. Maak hiertoe gebruik van de "Opslaan als" optie van Microsoft Office 2007 |
Excel | .xls / .xlsx | |
Powerpoint | .ppt / .pptx |
In deze sectie wordt beschreven hoe ContentsBridge Utility op de geselecteerde computer moet worden geïnstalleerd.
Het installatieprogramma van ContentsBridge Utility wordt geactiveerd en het scherm [Welcome to the InstallShield Wizard for Xerox ContentsBridge Utility] wordt weergegeven.
Het scherm [License Agreement] wordt weergegeven.
Het scherm [Select Features] wordt weergegeven.
Het scherm [Choose Destination Location] wordt weergegeven.
Het scherm [Start Copying Files] wordt weergegeven.
De installatie begint en het scherm [Setup Status] wordt weergegeven.
Na voltooiing van de installatie wordt het scherm [InstallShield Wizard Complete] weergegeven.
Het pictogram voor de snelkoppeling van ContentsBridge Utility wordt op het bureaublad geplaatst.
In deze sectie wordt beschreven hoe u ContentsBridge Utility op de geselecteerde computer kunt installeren waarop ContentsBridge Utility 4 / 5 reeds is geïnstalleerd.
Het installatieprogramma van ContentsBridge Utility is geactiveerd en het scherm om het bijwerken te bevestigen wordt weergegeven.
Het scherm om door te gaan met de Installshield Wizard wordt weergegeven.
De installatie begint en het scherm [Setup Status] wordt weergegeven.
Na voltooiing van de installatie wordt het scherm [InstallShield Wizard Complete] weergegeven.
Er wordt een pictogram voor de snelkoppeling van ContentsBridge Utility op het bureaublad geplaatst.
In deze sectie wordt beschreven hoe de installatie van het ContentsBridge Utility op de geselecteerde computer ongedaan kan worden gemaakt.
Het scherm voor het bevestigen van de installatiemethode wordt weergegeven.
Het scherm met [Verwijderen bevestigen] wordt weergegeven.
Het verwijderen van de installatie begint en het scherm [Setup status] wordt weergegeven.
Als het verwijderen is voltooid, wordt het scherm met [Uninstall Complete] weergegeven.
In deze sectie wordt beschreven hoe u kunt afdrukken met ContentsBridge Utility. Er zijn twee verschillende manieren om af te drukken met ContentsBridge Utility.
ContentsBridge Utility wordt gestart.
Specificeer de bestandsnaam door het volledige pad op te geven. Specificeer de URL voor een internetbestand. U kunt op de toets [Add], [Specify Folder] of [Specify File Name] klikken, en het pad in het dialoogvenster selecteren, of het bestand slepen en neerzetten in de kolom [File to Print].
Wanneer u een printer gebruikt die op de geselecteerde computer is geïnstalleerd
Printers die op de geselecteerde computer zijn geïnstalleerd worden weergegeven wanneer [Printer] wordt geselecteerd. Selecteer de gewenste printer in de vervolgkeuzelijst.
Wanneer u een printerpoort kiest
U kunt direct afdrukken naar de printerpoort selecteren als de [TCP-poort] is geselecteerd. Als de poort reeds is geregistreerd, kan deze in de vervolgkeuzelijst worden geselecteerd. Klik op de toets [Port Setup] om een nieuwe poort toe te voegen of een bestaande poort te bewerken. Klik vervolgens op [Add] of [Edit] om de te registreren poort in te stellen. De instellingen zijn als volgt:
TCP Port Name | Voer een poortnaam in die in de vervolgkeuzelijst wordt weergegeven. U kunt maximaal 32 één-byte tekens invoeren. |
---|---|
Host Name or IP Address | Voer de hostnaam of het IP-adres in (IPv4/IPv6). Voer het IPv4- of IPv6-adres (Internet Protocol version 6) bij het IP-adres in. |
Printer URL | Geef de printer-URL (IPP-poortadres) op. |
Port Number | Voer het poortnummer in wanneer [Raw Port] is geselecteerd. |
Queue Name | Voer de wachtrijnaam in wanneer [LPR] is geselecteerd. |
Timeout | Geef de timeout-periode op voor het verzenden van gegevens door de printer. |
keuzerondje Protocol | Kies een protocol uit LPR, Raw Port (Port9100) of IPP Port. |
Het afdrukken begint en ContentsBridge Utility stopt automatisch.
ContentsBridge Utility is geactiveerd.
Raadpleeg voor de volgende procedure stap 3 t/m 5 in "Starten via het pictogram op het bureaublad".
Als [Do not display this dialog again.] wordt aangevinkt zal het startscherm van ContentsBridge Utility niet meer worden weergegeven als u een bestand op het pictogram op het bureaublad sleept en neerzet. Het afdrukken wordt uitgevoerd volgens de vorige instellingen. Om deze optie vrij te geven dubbelklikt u op het pictogram van ContentsBridge Utility op het bureaublad.