Een printer installeren die is aangesloten via het Microsoft Windows-netwerk
In dit gedeelte worden de instellingen voor het afdrukken vanaf een computer naar een printer die is aangesloten via het Microsoft Windows-netwerk nader toegelicht.
Hier kunnen de printer, de poort en het type driver worden geselecteerd en wordt een printer per keer toegevoegd.
Terug naar "Driverinstallatie" bovenzijde pagina
Voor de installatie
Controleer het volgende alvorens u begint met de installatie:
Controleer of de vereiste netwerkomgeving voor het toevoegen van de printer op de geselecteerde computer is ingesteld.
De netwerkomgeving zou er als volgt uit moeten zien:
- Besturingssysteem: Windows 2000
- Verbindingsmode: Microsoft-netwerk
- Serviceclient: Client voor Windows netwerk
- Protocol: Internet protocol (TCP/IP), NetBEUI protocol
- OS: Windows XP, Windows Server 2003, Windows Vista
- Verbindingsmode: Microsoft-netwerk
- Serviceclient: Client voor Windows netwerk
- Protocol: Internetprotocol (TCP/IP)
- Opmerking
- Als u NetBEUI als transportprotocol gebruikt, controleert u of "NetBEUI-protocol" reeds is geïnstalleerd op de geselecteerde computer. Als dit niet het geval is, raadpleegt u de documentatie van de respectieve besturingssytemen en installeert u dit.
Laat uw beheerder het volgende bevestigen:
- a. Het IP-adres gespecificeerd in de doelprinter.
- b. De netwerkprinternaam van de doelprinter.
- c. De hostnaam van de doelprinter.
- Opmerking
-
- Automatisch zoeken wordt niet uitgevoerd als een printer niet aan voorwaarden a en b voldoet.
- Als voorwaarde c niet bekend is, kan de doelprinter niet worden gespecificeerd wanneer meerdere printers van hetzelfde type worden gevonden.
Terug naar boven
Instelling voor TCP/IP-protocolaansluiting
Start het driver-installatieprogramma op deze cd-rom en voeg een printer aan deze computer toe.
Er moeten negen stappen worden uitgevoerd.
1
- Klik op [Printer/faxdriver] op het tabblad [Hoofdmenu] van het installatiemenu.
Het driver-installatieprogramma wordt geactiveerd en het scherm [Driver-installatieprogramma - Instelling] wordt weergegeven.
- Klik op [Keuze].
Het scherm [Driver-installatieprogramma - Verbindingsmethode controleren] wordt weergegeven.
- Selecteer [SMB-printer] en klik op [Volgende].
Het scherm [SMB-printer] wordt weergegeven.
- Voer de hostnaam van de geselecteerde printer in bij [Hostnaam]. U kunt ook uw printermodel selecteren bij [Gevonden printers]. Klik vervolgens op [Volgende].
Een dialoogvenster voor het bevestigen van de installatie wordt weergegeven.
- Opmerking
-
- U kunt de hostnaam van de geselecteerde printer bevestigen door de lijst met systeeminstellingen af te drukken.
- Als er geen printer wordt weergegeven bij [Gevonden printers], selecteert u de werkgroepnaam of de domeinnaam van de printer in [Werkgroep] en klikt u op [Model selecteren].
- Controleer de instellingen en klik op [Ja].
Het scherm [Software License Agreement] wordt weergegeven.
- Lees de inhoud van de overeenkomst en selecteer [Ja] als u akkoord gaat. Klik vervolgens op [Installeer].
De installatie wordt uitgevoerd.
Er wordt een afbeelding van de printer, het printermodel en het printeradres weergegeven.
Nadat de instelling is voltooid, wordt het scherm [Instelling voltooid] weergegeven.
- Opmerking
- Als het bericht "Unable to get device options" wordt weergegeven, moet u ervoor zorgen dat de opties na de installatie worden gespecificeerd.
Windows 2000:
Klik op [Start] - [Instellingen] - [Printers].
Klik daarna met de rechter muisknop op het printerpictogram van de geïnstalleerde printerdriver en selecteer [Eigenschappen].
Specificeer de opties in het tabblad [Opties] van de printer.
Windows XP of Windows Server 2003:
Klik op [Start] - [Printers en faxapparaten].
Klik daarna met de rechter muisknop op het printerpictogram van de geïnstalleerde printerdriver en selecteer [Eigenschappen].
Specificeer de opties in het tabblad [Opties] van de printer.
Windows Vista:
klik op [Start] - [Configuratiescherm] - [Hardware en geluiden] - [Printers].
Klik daarna met de rechter muisknop op het printerpictogram van de geïnstalleerde printerdriver en selecteer [Als administrator uitvoeren ] - [Eigenschappen].
Klik op [Verder] en specificeer de opties in het tabblad [Opties].
Raadpleeg voor informatie over de opties de documentatie van de printer.
- Klik op [Testpagina afdrukken].
De printer drukt een testpagina af.
- Opmerking
-
- De printer die is geselecteerd bij [Instelling standaardprinter] wordt de standaardprinter.
- Als er bij [Geïnstalleerde printer] slechts een printer is geselecteerd, dan wordt deze printer de gedeelde printer in Windows 2000/XP, Windows Server 2003 of Windows Vista als [Delen instellen] is aangeklikt.
- U kunt de naam van de printer wijzigen op het weergegeven scherm nadat [Naam wijzigen] is geselecteerd.
- Als er slechts een printer is geselecteerd bij [Geïnstalleerde printer], dan kunt u de eigenschappen van deze printer verifiëren op het weergegeven scherm nadat [Eigenschappen] is geselecteerd.
- De instellingsinformatie kan worden gewijzigd door [Voorkeursinstellingen voor afdrukken] te selecteren en de eigenschappen te wijzigen.
- U kunt vervolgens andere printers installeren door te klikken op [Opnieuw starten] om terug te keren naar het startscherm.
- Klik op [Finish].
Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.
- Klik op [Ja].
De installatie is voltooid.
Terug naar boven
Instelling voor NetBEUI-protocolaansluiting
Start het driver-installatieprogramma op deze cd-rom en voeg een printer aan deze computer toe.
Er moeten 10 stappen worden uitgevoerd.
- Klik op [Printer/faxdriver] op het tabblad [Hoofdmenu] van het installatiemenu.
Het driver-installatieprogramma wordt geactiveerd en het scherm [Driver-installatieprogramma - Instelling] wordt weergegeven.
- Klik op [Keuze].
Het scherm [Driver-installatieprogramma - Verbindingsmethode controleren] wordt weergegeven.
- Selecteer [Gedeelde printer] en klik op [Volgende].
Het scherm [Gedeelde printer] wordt weergegeven.
- Voer de printernaam in [Share-naam] in volgens de indeling "\\computernaam\gedeelde printernaam". U kunt ook op [Bladeren] klikken en een gedeelde printer selecteren op het weergegeven scherm. Klik vervolgens op [Volgende].
Het venster [Printerspecificatie] wordt weergegeven.
- Selecteer [Model] en klik op [Volgende].
Het scherm [Software License Agreement] wordt weergegeven.
- Opmerking
- Als het bericht "IP address, host name or IPX address must be entered for automatic setting of target printer options (e.g. paper tray number and availability of sorter) in the print driver. IP Address/Host Name/IPX Address not found. Continue?" wordt weergegeven, klikt u op [Ja].
- Lees de inhoud van de overeenkomst en selecteer [Ja] als u akkoord gaat. Klik vervolgens op [Installeer].
De installatie wordt uitgevoerd.
Er wordt een afbeelding van de printer, het printermodel en het printeradres weergegeven.
Nadat de instelling is voltooid, wordt het scherm [Instelling voltooid] weergegeven.
- Klik op [Eigenschappen] en specificeer de opties.
- Belangrijk
- Opties moeten worden gespecificeerd.
- Opmerking
-
- Raadpleeg voor informatie over de opties de documentatie van de printer.
- Raadpleeg de "Beginpagina" of "Lijst systeeminstellingen" om na te gaan welke opties zijn gespecificeerd voor de geselecteerde printer.
- Klik op [Testpagina afdrukken].
De printer drukt een testpagina af.
- Opmerking
-
- De printer die is geselecteerd bij [Instelling standaardprinter] wordt de standaardprinter.
- Als er bij [Geïnstalleerde printer] slechts een printer is geselecteerd, dan wordt deze printer de gedeelde printer in Windows 2000/XP, Windows Server 2003 of Windows Vista als [Delen instellen] is aangeklikt.
- U kunt de naam van de printer wijzigen op het weergegeven scherm nadat [Naam wijzigen] is geselecteerd.
- Als er slechts een printer is geselecteerd bij [Geïnstalleerde printer], dan kunt u de eigenschappen van deze printer verifiëren op het weergegeven scherm nadat [Eigenschappen] is geselecteerd.
- De instellingsinformatie kan worden gewijzigd door [Voorkeursinstellingen voor afdrukken] te selecteren en de eigenschappen te wijzigen.
- U kunt vervolgens andere printers installeren door te klikken op [Opnieuw starten] om terug te keren naar het startscherm.
- Klik op [Finish].
Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.
- Klik op [Ja].
De installatie is voltooid.
Terug naar boven
Bevestigen dat de printers zijn toegevoegd
Voer de volgende procedure uit om na te gaan om de printerpictogrammen zijn aangemaakt.
De map met printers wordt weergegeven. Controleer of de pictogrammen voor de gespecificeerde printers in de map zitten.
Terug naar boven
Hiermee eindigt de printervoorbereiding.
Terug naar "Driverinstallatie" bovenzijde pagina