De printer/faxdriver bijwerken

In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe de printerdriver die is geïnstalleerd op de computer wordt bijgewerkt tot de meest recente driverversie.

De update-procedure wijkt af naar gelang de opstartmethode van het driver-installatieprogramma.

Terug naar "Driverinstallatie" bovenzijde pagina

De driver bijwerken door het driver-installatieprogramma op de cd-rom te starten

Start het driver-installatieprogramma op deze cd-rom en werk de printerdriver van de computer bij.

Er moeten zeven stappen worden uitgevoerd.

  1. Klik op [Printer/faxdriver] op het tabblad [Hoofdmenu] van het installatiemenu.
  2. Het driver-installatieprogramma wordt geactiveerd en het scherm [Driver-installatieprogramma - Instelling] wordt weergegeven.

  3. Klik op [Printerdriver bijwerken].
  4. Het scherm [Printer selecteren voor bijwerken driver] wordt weergegeven.

  5. Selecteer de printer waarvan de driver moet worden bijgewerkt in de lijst en klik op [Volgende].
  6. Het scherm [Software License Agreement] wordt weergegeven.

  7. Lees de inhoud van de overeenkomst en selecteer [Ja] als u akkoord gaat. Klik vervolgens op [Installeer].
  8. De installatie wordt uitgevoerd.

    Er wordt een afbeelding van de printer, het printermodel en het printeradres weergegeven.

    Nadat de instelling is voltooid, wordt het scherm [Instelling voltooid] weergegeven.

  9. Klik op [Testpagina afdrukken].
  10. De printer drukt een testpagina af.

    Opmerking
    • De printer die is geselecteerd bij [Instelling standaardprinter] wordt de standaardprinter.
    • Als er bij [Geïnstalleerde printer] slechts een printer is geselecteerd, dan wordt deze printer de gedeelde printer in Windows 2000/XP, Windows Server 2003 of Windows Vista als [Delen instellen] is aangeklikt.
    • U kunt de naam van de printer wijzigen op het weergegeven scherm nadat [Naam wijzigen] is geselecteerd.
    • Als er slechts een printer is geselecteerd bij [Geïnstalleerde printer], dan kunt u de eigenschappen van deze printer verifiëren op het weergegeven scherm nadat [Eigenschappen] is geselecteerd.
    • De instellingsinformatie kan worden gewijzigd door [Voorkeursinstellingen voor afdrukken] te selecteren en de eigenschappen te wijzigen.
    • U kunt vervolgens andere printers installeren door te klikken op [Opnieuw starten] om terug te keren naar het startscherm.

  11. Klik op [Finish].
  12. Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.

  13. Klik op [Ja].
  14. De installatie is voltooid.

    Terug naar boven


Hiermee eindigt de printervoorbereiding.

Terug naar "Driverinstallatie" bovenzijde pagina