Een lokale printer installeren die is aangesloten via de parallelle poort
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe wordt afgedrukt op een printer die lokaal via de parallelle poort is aangesloten.
Terug naar "Driverinstallatie" bovenzijde pagina
Een lokale printer toevoegen
Start het driver-installatieprogramma op deze cd-rom en voeg een printer aan deze computer toe.
Raadpleeg voordat u begint de documentatie van het geselecteerde model en bereid de "Beginpagina" of "Lijst systeeminstellingen" voor.
Er moeten negen stappen worden uitgevoerd.
- Klik op [Printer/faxdriver] op het tabblad [Hoofdmenu] van het installatiemenu.
Het driver-installatieprogramma wordt geactiveerd en het scherm [Driver-installatieprogramma - Instelling] wordt weergegeven.
- Klik op [Keuze].
Het scherm [Driver-installatieprogramma - Verbindingsmethode controleren] wordt weergegeven.
- Selecteer [Lokale printer] en klik op [Volgende].
Het scherm [Driver-installatieprogramma - Lokale printer] wordt weergegeven.
- Selecteer bij [Poort] de te gebruiken poort en selecteer "Xerox 4112 PCL6" of "Xerox 4127 PCL6" bij [Model]. Klik vervolgens op [Volgende].
Het scherm [Software License Agreement] wordt weergegeven.
- Lees de inhoud van de overeenkomst en selecteer [Ja] als u akkoord gaat. Klik vervolgens op [Installeer].
De installatie wordt uitgevoerd.
Er wordt een afbeelding van de printer, het printermodel en het printeradres weergegeven.
Nadat de instelling is voltooid, wordt het scherm [Instelling voltooid] weergegeven.
- Klik op [Eigenschappen] en specificeer de apparaatopties.
- Belangrijk
- Opties moeten worden gespecificeerd.
- Opmerking
-
- Raadpleeg voor informatie over de opties de documentatie van de printer.
- Raadpleeg de "Beginpagina" of "Lijst systeeminstellingen" om na te gaan welke opties zijn gespecificeerd voor de geselecteerde printer.
- Klik op [Testpagina].
De printer drukt een testpagina af.
- Opmerking
-
- De printer die is geselecteerd bij [Instelling standaardprinter] wordt de standaardprinter.
- Als er bij [Geïnstalleerde printer] slechts een printer is geselecteerd, dan wordt deze printer de gedeelde printer in Windows 2000/XP, Windows Server 2003 of Windows Vista als [Delen instellen] is aangeklikt.
- U kunt de naam van de printer wijzigen op het weergegeven scherm nadat [Naam wijzigen] is geselecteerd.
- Als er slechts een printer is geselecteerd bij [Geïnstalleerde printer], dan kunt u de eigenschappen van deze printer verifiëren op het weergegeven scherm nadat [Eigenschappen] is geselecteerd.
- De instellingsinformatie kan worden gewijzigd door [Voorkeursinstellingen voor afdrukken] te selecteren en de eigenschappen te wijzigen.
- U kunt vervolgens een andere printer installeren door te klikken op [Opnieuw starten] om terug te keren naar het startscherm.
- Klik op [Finish].
Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.
- Klik op [Ja].
De installatie is voltooid.
Terug naar boven
Bevestigen dat de printers zijn toegevoegd
Voer de volgende procedure uit om na te gaan om de printerpictogrammen zijn aangemaakt.
De map met printers wordt weergegeven. Controleer of de pictogrammen voor de gespecificeerde printers in de map zitten.
Terug naar boven
Hiermee eindigt de printervoorbereiding.
Terug naar "Driverinstallatie" bovenzijde pagina